tĕtendi, tensum en tentum (3), (tennitur bij Ter. = tenditur);
I. act.
a. eig., spannen, uitspannen, uitbreiden, -strekken, arcum, Verg., retia, Hor., plagas, Cic., vela, doen zwellen (van de wind), Verg., manus alci of ad alqm, Caes., manus ad caelum, Caes., meton., (door het uitspannen van doeken enz.) oprichten, opslaan, praetorium, Caes., cubilia, Hor.; (met snaren) bespannen, barbiton, Hor.; ergens heen richten, - wenden, oculos pariter telumque, Verg., sagittas arcu, afschieten, Hor., iter ad navem, Verg., et unde et quo tenderent cursum, Liv.; toe-, overreiken, parvum patri Iulum, Verg., tu munera supplex tende, Verg.
b. fig., alci insidias, Cic., ultra legem opus, Hor., sermone noctem, doorbrengen, Hor. | verlenen, praesidium clientibus, Cic., opem amicis, Cic.
II. refl. (m. en z. se) en mediaal
a. overdr., (refl. zonder se) zich uitbreiden, van militairen = kamperen, ingekwartierd zijn, in iisdem castris, Liv., sub vallo, Caes., Lugduni, Tac. | (refl. zonder se) zich richten, - wenden, streven -, willen -, gaan -, marcheren naar, trachten te bereiken, Venusiam, Cic., ad of in castra, Liv., unde venis? et quo tendis? (waarheen wilt gij?), Hor. | van plaatsen, (refl. gewl. zonder se) = zich uitstrekken, via tendit sub moenia, Verg.
b. fig. (refl. zonder se) naar iets streven, als doel voor ogen hebben, tot iets zich getrokken gevoelen, voor iets werkzaam zijn, ad altiora et non concessa, Cic., ad sua consilia, Liv., ad Carthaginienses, Cic., ad suum, zich voor hun standgenoot verklaren, Cic., quorsum haec putida tendant, waarop doelen, Hor.; c. inf. = zich inspannen, moeite doen, trachten, praevenire, Liv., tendit disertus haberi, Hor. | weerstand bieden, strijden, summā vi, Sall., vasto certamine, Verg.; (met woorden enz.) werken voor of tegen, trachten door te drijven, doorzetten, zich beijveren, summā vi, Liv., quum adversus tendendo (door tegenvoorstellen) nihil moveret socios, Liv., contra tendere, weerstreven, zich verzetten, Liv., Tac., m. ut etc., Liv., quid tendit? wat tobt hij zich af? Cic., nihil illi tendere contra, brengen er niets tegen in, Verg.