Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Sīrēn

betekenis & definitie

rēnis, acc. rēna, f. Sirene, plur.

Sīrēnes, um, acc. es en as, f. de Sirenen, in de mythe vogels met het gelaat van een jonkvrouw op de Zuidkust van Italië, die de voorbij zeilenden tot zich lokten en in het verderf trachtten te storten, Sirenum scopuli, drie kleine rotsachtige eilanden, aan de Zuidwestkust van Campanië tussen Surrentum en Capreae, Verg., Ov.

< >