Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Rĕsŏno

betekenis & definitie

1. intr., een echo geven, weerklinken, weergalmen, aedes plangoribus resonant, Verg., resonans theatrum, Cic., ook van de echo (vand. gloria virtuti resonat tamquam imago, is een echo der deugd, Cic.); voortdurend -, bij herhaling klinken, - weergalmen, nervi resonant, Cic., resonant avibus virgulta, Verg.

2. trans., (van iets) weerklinken, - weergalmen, Amaryllida (van de wouden), Verg., triste et acutum, een droevig en schril geluid geven, Hor.; vand. in het pass., in fidibus testudine resonatur (sonus), ontstaat een weergalm, Cic. | praegn., doen weergalmen, lucos cantu, Verg.

< >