en vaker prenso (1);
1. in ’t alg., aanvatten, -grijpen, grijpen, manus, Liv., brachia, Hor.
2. in ’t bijz., (iemd.) staande houden (voor een gesprek), alqm, Liv., genua, Tac.; praegn., (iemd.) om een ambt verzoeken, patres, Liv., absol., prensat Galba, dingt naar het consulaat, Cic.