1. in ’t alg., door gebeden verkregen, afgesmeekt, afgebedeld, libertas, Liv., forma, Ov., orare precariam opem, Liv.; vand. precario, biddend, smekend, uit genade, Ter., Cic.
2. praegn., uit gunst tot wederopzeggens toe verleend, van anderer genade of willekeur afhankelijk, precair, vita, Tac., anima, Tac.; vand. precario, tot wederopzeggens toe, praeesse, Tac., studere, bij zijn studies van de willekeur van anderen afhangen, Plin. ep.