Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Praepăro

betekenis & definitie

(1), vooraf toebereiden, -uitrusten, - in orde brengen, voorbereiden, gereed houden, zich vooraf (van iets) voorzien, naves, Liv., hortos, Cic., se ad proelia, Sall., animos ad sapientiam, Cic., exercitum maiori operi exercendo (door oefening), Vell., praeparata oratio, bestudeerde rede, Liv., bene praeparatum pectus, wel voorbereid nl. op alle lotswisselingen, Hor. ; c. inf., voornemens zijn, Eutr. ; praeparato, Quint., of ex praeparato, Sen., met (na) voorbereiding (maar ex ante praeparato, uit de voorraad, Liv.).

< >