Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Pўlŏs, pўlus

betekenis & definitie

i, f. naam van twee steden in de Peloponnesus: de ene in Messenië, woonplaats van Neleus; de andere in Triphylia (Zuidelijk gedeelte van Elis), woonplaats van de om zijn hoge leeftijd beroemde Nestor, vand. Nestorea genaamd.

Daarv. Pўlĭus, uit Pylos, Pylisch; subst., de Pyliër (dikw. van Nestor); vand. = Nestorisch.

< >