Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Oblŏquor

betekenis & definitie

loquūtus (locūtus) sum (3);

1. tegen iemd of iets spreken, in de rede vallen, tegenspreken, absol., Cic., alci, Cic. | in ’t bijz., berispen, beschimpen.
2. poët. overdr., zingend in de rede vallen (van een vogel); trans., iets bij iets laten klinken, alqd numeris (melodie), Verg.

< >