Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Lŏcŭlus

betekenis & definitie

i, m.

1. in ’t alg., kleine plaats of ruimte, plek.
2. in ’t bijz., doodkist; plur., bergplaats met vakken, kistje of kastje met vakjes, doos, laevo suspensi loculos tabulamque lacerto, een kistje met rekenpenningen (calculi), dat de knapen voor het Tekenonderricht mee naar school namen, Hor., loculi peculiares, privaatkas, eigen beurs, Suet.

< >