Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Līs

betekenis & definitie

lītis, f. (oudlatijn: stlis);

1. in 't alg., geschil, twist, onenigheid.
2. in ’t bijz., rechtsstrijd, proces, litem intendere alci of inferre in alqm litem capitis, aandoen, Cic., litem obtinere (winnen) aut amittere, Cic., litem perdere, Cic., Hor., litem orare, voeren, Cic., litem dare secundum alqd, het proces beslissen, Cic., secundum alqm, in iemds voordeel, Val. Max. | meton., de zaak -, het voorwerp waarover geprocedeerd wordt, litem in rem suam vertere, Liv., litem lite resolvere, een betwiste (duistere) zaak door een even betwiste (duistere) zaak verklaren, Hor., litem aestimare, zie aestimo.

< >