ĭtis, m.
1. dwarsweg of greppel als grenslijn. | meton., grenslijn, -scheiding, grens, fig. = onderscheid; versterkte grenslinie, grenswal.
2. overdr., weg, binnenweg, pad, voetpad, straat, (van een rivier) bedding, sectus limes, dierenriem, Ov.; fig., eundem limitem agere, dezelfde weg gaan = dezelfde middelen gebruiken, Ov.