I. Adv.
a. daarnaast, dicht daarbij, dichtbij; (ook bij verba van beweging) tot in de nabijheid, nabij.
b. overdr., evenzo, op gelijke wijze, even, aliaque castella iuxta ignobilia, Liv., vand. m. volgend ac (atque), Sall., -que, Liv., quam (als), Liv., ac si (als wanneer), Liv., c. dat., Liv., m. cum en abl., Sall.
II. Praep. c. acc. (ook achter zijn casus geplaatst)
a. naast, aan de zijde van enz.; (ook bij verba van beweging) tot in de nabijheid van enz., tot dichtbij enz.
b. overdr., onmiddellijk na, naast, apud quos iuxta divinas religiones fides humana colitur, Liv. | grenzende aan, dichtbij, velocitas iuxta formidinem, Tac., gravitate annonae iuxta seditionem ventum, het kwam bijna tot een oproer, Tac.; bijna als, evenals, iuxta se (evenals zij) coniuges vexari, Liv. | naar, overeenkomstig, iuxta praeceptum, Iust. | (van tijd) onmiddellijk voor, tegen, iuxta finem vitae, Tac.
