pŏsŭi, pŏsĭtum (3);
1. eig., ertussen zetten, - plaatsen, - leggen, elephantos, Liv., Numidas inter eos, Auct. bell. Afr., equitatui praesidia levis armaturae, Hirt. | in ’t bijz., inlassen, -schuiven, -mengen.
2. overdr., (een tijd) daartussen laten verlopen, - verstrijken, in het pass. = ertussen voorbijgaan, - verlopen; (iets in de tijd) daartussen laten plaats grijpen, in het pass. = ertussen plaats grijpen, - liggen. | (bemiddelend of belemmerend) tussenbeide laten komen, doen gelden, (met iets bemiddelend of belemmerend) tussenbeide komen, zich verzetten; voorwenden, doen gelden, als voorwendsel gebruiken, causam, Nep., gladiatores, Cic.; (zijn woord, een eed enz. als ’t ware bij iets) als onderpand stellen, als pand geven, in alqd of in alqa re fidem suam, Caes. | (een persoon als tussenpersoon, getuige, helper, deelnemer bij iets) laten optreden, er bijhalen, vand. se interponere in alqd of alci rei, Cic., of absol., Nep., (bemiddelend, helpend of belemmerend) bij iets tussenbeide komen, in iets zich mengen, - indringen. | onderschuiven = vervalsen.