Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Infēlix

betekenis & definitie

īcis, onvruchtbaar, frugibus, aan enz., Verg. | overdr., ongelukkig, ook met animi, in enz., Verg.; act., ongeluk brengend (verkondigend), ongelukkig, arbor, ongeluksboom, een boom met donkere vruchten, die aan de onderaardse goden gewijd waren, aan welke bomen men misdadigers ophing, Vet. lex bij Liv., Cic.

< >