dep. 1;
1. nabootsen, (nabootsend) voorstellen; part. perf. met pass. betekenis = nagebootst, nagemaakt; (van zaken) evenaren, gelijken. | poët. overdr., (iets door iets dergelijks) vervangen.
2. uitdrukken, maken, alqd penicillo, Cic., capillos aere, Hor., solum putre arando, los-, omwoelen, Verg., maestitiam, aan de dag leggen, tonen, Tac.