ŭi, ūturn (3);
1. eig., uit elkaar spoelen, oplossen, weken, smelten; mengen, gereedmaken.
2. overdr., losmaken, verminderen, van kracht beroven, verjaren. | in ’t bijz., weerleggen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: