Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

contrā

betekenis & definitie

1. adv.

a. in de ruimte = tegenover, op de tegenovergestelde zijde.
b. overdr., van de andere kant, ook = daarentegen, integendeel, omgekeerd; auro contra, tegen goud opgewogen, met goud gelijk in waarde, Ter.; verbonden m. atque (ac) of quam = anders dan, Cic. | (vijandelijk) daartegen, er tegen, consistere, tegenstand bieden, Caes., dicere, tegenspreken of aanklagen, Cic.
2. Praep. c. acc.
a. in de ruimte, = tegenover, naar … toe.
b. overdr., tegen, ook = in tegenspraak met enz., contra ea, integendeel, omgekeerd, Caes.

< >