ōnis, f.
1. gesteldheid, toestand, vaste inrichting, regeling, firma corporis, Cic., religionum, der godsdienstige gebruiken, Cic., Romuli, de staatsinrichting van Romulus, Cic.
2. vaststelling, bepaling, summi boni, Cic.; in ’t bijz., vaststelling van de zaak, waarover een proces loopt; bepaling, beschikking, verordening (van een overheidspersoon).