Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Commĭnŭs

betekenis & definitie

adv. handgemeen, man tegen man, van nabij, met de degen in de vuist, en zo comminus ad alqm accedere, iemd op het lijf vallen, Cic., comminus arva insequi, met de hak in de hand bearbeiden, Verg. | overdr., (in vriendschappelijke zin) van aangezicht tot aangezicht, van nabij, persoonlijk.

< >