Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Commercĭum

betekenis & definitie

ĭi, n. handelsverkeer, handel; meton., het recht om te handelen, markt te houden, koop-, handels-, marktrecht. | overdr., verkeer in ’t alg., betrekking, omgang, cum Musis, de., linguae, tussen twee volken, die elkaar verstaan, Liv., sermonis, onderhoud, Liv., epistolarum, briefwisseling, Sen., Vell., belli, onderhandeling met de vijand, Verg., Tac.; sexuele omgang.

< >