heldere klanken voortbrengen, helder klinken,
1. intr., (van mensen) zingen, ad chordarum sonum, Nep., ad manum histrioni, bij het gebarenspel van de histrio, Liv.; (van vogels) zingen, (van de haan enz.) kraaien, krassen. | spelen, blazen, tibiis, Nep.; (van het instrument zelf) klinken, tibia cantat, Ov. | een toverformule, -spreuk opzeggen.
2. trans., zingen, spelen, dichten ; bezingen, verheerlijken, in zijn lied prijzen, ook prijzen in t alg. ; voordragen, reciteren, in slechte zin = opdreunen. | iets herhaaldelijk in herinnering brengen, inscherpen, voor iets waarschuwen, harum mores cantabat mihi, Ter. | (een toverformule) opzeggen ; vand. praegn., door toveren te voorschijn roepen, ook = betoveren.