Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Campus

betekenis & definitie

i, m.

1. in ’t alg., open veld, vlakte, vooral als terrein voor operaties in de oorlog, poët. overdr. van elk vlak, b.v. van de zee, van een rots.
2. in ’t bijz., een open plaats in de stad (Rome), vooral de campus Martius, ook alleen campus genoemd, een aan Mars gewijd plein, vergaderplaats der comitia centuriata (vand. meton. voor die comitiën zelf); ook druk bezochte speel-, oefenings-, uitspanningsplaats der Romeinen, exercitieveld der soldaten. | overdr., ruim veld (voor werkzaamheden), veld, strijdperk; gemeenplaats.

< >