Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Blandĭor

betekenis & definitie

dep. (4), vleien, liefkozen, auribus, strelen, Plin. ep., votis suis, datgene geloven, wat men wenst, Ov., pueriliter blandiri patri, ut etc., vleiend verzoeken, Liv. | overdr., (van zaken) goed bevallen, genot verschaffen, tot genot uitlokken, sensibus, Cic., coeptis, begunstigen, Tac.

P a r t. blanditus, a, um, aangenaam, bekoorlijk, Prop.

< >