Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Aspergo

betekenis & definitie

I. (adspergo), spersi, spersum(3),

1. ergens op of tegenaan sprenkelen, - spatten, pigmenta in tabula, Cic., virus pecori, vergiftigen, Verg., overdr., labeculam alci, aanwrijven, Cic. | ergens op strooien; overdr., toevoegen, vooral van een geringe hoeveelheid, sales orationi, Cic., alci sextulam, vermaken, Cic., alci molestiam, veroorzaken, Cic.
2. besprenkelen, bespatten, aram sanguine, Cic.; overdr., bevlekken, te schande maken, splendorem vitae maculis, Cic. | bestrooien; overdr., canis aspergitur aetas, met grijze haren, Ov., alqd mendaciunculis, kleine verdichtsels erbij fantaseren.

II. ĭnis, f. het (be)sprenkelen, (be)spatten; meton., caedis, het er tegen spattende bloed, Ov.

< >