Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Agrārĭus

betekenis & definitie

tot de akkers, het land behorend, akker-, veld-,

1. in ‘t alg., parentes, op het land levend, Aur. Vict.
2. in ’t bijz. de akkerverdeling betreffend, lex, wetsvoorstel betreffende akkerverdeling, akkerwet, Cic., triumvir, aan het hoofd ener akkerverdeling staande, Cic., seditiones, een akkerverdeling beogend, Liv., agrariam rem tentare, een akkerverdeling zoeken door te zetten, Cic. | subst., agrārĭi, ōrum, m. voorstanders van akkerwetten en akkerverdeling, agrariërs, Cic., Liv.

< >