(1), Bernard VII, gest. 1418, een der machtigste heren van Z.-Frankrijk, gewelddadig en onscrupuleus, de ziel der anti-Bourgondische partij. Zijn militaire macht steunde vooral op zijn Gasconse legerbenden, de zgn. „Armagnacs”.
Sinds 1410 schoonvader van Karel van Orléans. Maakte zich in 1413 meester van Parijs. Na de slag bij Azincourt (1415) deenige leider van de Orleanistische partij ; regeerde in naam van de krankzinnige koning Karel VI en van de dauphin Karel VII. In 1184 gevangen genomen en vermoord;(2) Jan IV (gest. 1450), in voortdurende twist met de Franse kroon, waaraan hij het recht tot belastingheffing-in zijn landen ontzegde; in 1440 een leider van de Praguerie*;
(3) Jan V (gest. 1473), leefde in bloedschande met zijn zuster Isabelle, bij wie hij 3 kinderen had. Dit nam Karel VII tot voorwendsel om in 1455 zijn gebied te bezetten. In 1460 levenslang verbannen, in 1461 door Lodewijk XI gerehabiliteerd. Beschuldigd van samenspanning met de Eng. werden zijn landen in 1469 met beslag belegd.