(1768-1834), Duits Prot. theoloog en filosoof, predikant en hoogl; te Berlijn. Universeel denker, invloedrijkste theoloog der 19e eeuw.
Zijn geloofsleer breekt met de opvatting der dogmatiek als wetenschap van God: de theologie heeft het chr. geloof tot object. De vroomheid is niet gelegen in een weten of doen, doch in het gevoel der volstrekte afhankelijkheid van God. In het Christendom is alles betrokken op de verlossing door Jezus Christus, die de gelovigen opneemt in de „kracht van zijn Godsbewustzijn”.S. heeft veel bijgedragen tot de nationale verheffing van Pruisen en het tot stand komen van de Unie tussen Luthersen en Gereformeerden. Hoofdwerken: Über die Religion, Reden an die Gebildeten unter ihren Verächtern', Kurze Darstellung des theologischen Studiums', Der christliche Glaube nach den Grundsätzen der evangelischen Kirche.