recht van de landsheer op nalatenschappen van vreemdelingen; later beperkt tot een stuk, ter keuze, uit boedel. In loop der eeuwen steeds meer beperkt en ten slotte afgeschaft.
In ons B.W. tot 1869 nog bepaald, dat vreemdeling slechts in Ned. erven kon, als Nederlander het in het land van die vreemdeling ook kon.