Augustus (Polen)

betekenis & definitie

naam van koningen van Polen;

Augustus I of Sigismund II Augustus, 1548-1572, geb. 1520; onder hem bereikte Polen zijn grootste uitgestrektheid en zijn hoogste bloei;

Augustus II, de Sterke, 1697-1733, geb. 1670; was tevens, sinds 1694, keurvorst van Saksen. Ging, om koning te worden, tot het R. Kath. over. Leed in Noordse oorlog nederlaag tegen Karel XII* van Zweden, die hem 1706 dwong tot afstand van Poolse troon. Na Zweedse nederlaag bij Poltawa herstelden de Russen A. op Poolse troon. Berucht om weelderige levenswijze en uitspattingen.

Augustus III, als keurvorst van Saksen Frederik Augustus II, 1733-1763, geb. 1696, zoon van A. II; liet in Saksen de regering over aan zijn gunsteling graaf von Brühl. Sinds 1736, bij gratie van de Russen, koning van Polen. Nam deel aan Oostenrijkse Successie-oorlog (1741-1748) en Zevenjarige Oorlog (1756—1763), waarbij zijn land zwaar geteisterd werd.