Onderbreking van de normale structuur van huid of ander zacht weefsel.
Alsem (Artemisia absinthium); ook absint, aalst.
2% infuus, 20 minuten laten trekken. Aanbrengen op de gewonde plek.
Amarant (Achyrantes aspera); ook fluweelbloem.
De bladeren. 8% decoct, 5 minuten laten koken. Aanbrengen op de gewonde plek.
Heemst (Althaea officinalis); ook witte malve, witte maluwe.
De wortel, tandwortel geheten, de bladeren en de bloemen. 10% infuus, 40 minuten laten trekken. Aanbrengen op de gewonde plek.
Klis (Lappa major); de grote klis; ook kliskruid.
De wortel en de bladeren. 12% decoct, 15 minuten laten koken. Aanbrengen op de wonde plek.
Maagdenpalm (Vinca minor): de kleine maagdenpalm; ook vinkoort.
De bladeren. 10% decoct, 10 minuten laten koken. Aanbrengen op de gewonde plek.
Ooievaarsbek (Geranium robertianum): het robertskruid; ook stinkende ooievaarsbek, bloedkruid, rodeloopkruid.
Het bovengrondse deel van de plant. 10% infuus, 30 minuten laten trekken. Aanbrengen op de gewonde plek.
Salie (Salvia officinalis): de tuinsalie; ook selve.
De bladeren. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Aanbrengen op de gewonde plek.
Varen (Osmunda regalis): de koningsvaren; ook koninklijke druivevaren.
De wortelstok. 6% decoct, 10 minuten laten koken. Aanbrengen op de gewonde plek.