Opgeblazenheid; opgeblazen buik, met strak gespannen buikwand, tengevolge van opeenhoping van gassen of lucht in maag of darmen.
Angelica (Angelica silvestris): de wilde angelica.
De wortel, engelwortel genoemd. 3% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Kapperboom (Capparis spinosa); ook kapperstruik.
De schors van de wortel. 4% decoct, 10 minuten laten koken. Drie kopjes daags.
Karwij (Carum carvi); ook witte komijn, wilde komijn, herenkomijn.
De vruchtjes: het karwijzaad. 4% infuus, 30 minuten laten trekken. Twee of drie kopjes daags.
Laurier (Larurus nobilis): de gewone laurier.
De bladeren. 3% infuus, 20 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Lavas (Levisticum officinale); ook lubbestok, mankracht, maggikruid.
De wortel. 4% infuus, 25 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Munt (Mentha silvestris): de wilde munt.
De bladeren en de bloeiende toppen. 2% infuus, 15 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Tomaat (Solanum lycopersicum).
De rijpe vruchten. Dagelijks 150 tot 200 g vers tomatensap.
Venkel (Foeniculum officinale): de wilde venkel.
De vruchtjes. 4% infuus, 25 minuten laten trekken. Drie kopjes daags.
Zoethout (Glycyrrhiza glabra).
Het poeder van de wortel. 5% infuus, 40 minuten laten trekken. Twee kopjes daags. INCOMPATIBEL (= niet te gebruiken samen) met: kina-extracten, calciumverbindingen, zuren en alkalizouten.