Gepubliceerd op 11-11-2021

wil

betekenis & definitie

m. (vermogen om met bewustzijn pogingen te doen tot het verrichten ener handeling, in verschillende verzwakte bet. in zegsw.): het vraagstuk van de vrije wil; (niet) uit vrije verkiezing; het is Gods wil, beschikking; de wil voor de daad nemen; zijn goede wil tonen; met mijn wil gebeurt het niet; om des gewetens wil, zaak; om ‘s Hemelswil, doe dat niet; om uwentwil (of: ter wille van u), om u; nu heb je je wil; een mens zijn wil, is een mens zijn leven; met de beste wil van de wereld, ik kan niet, het is mij onmogelijk; elk wat wils; iets tegen wil en dank doen, tegen zijn zin; ik heb daar wil aan, van, in, a) plezier, b) nut; iem. ter wille zijn, zijn zin geven; zie ook uiterst.

< >