v. wiegen (verwant met wegen, bewegen; 1 slaapplaats voor zeer kleine kinderen, die in een schommelende beweging kan gebracht worden; 2 plaats van oorsprong; bakermat, fig.):
1 van de wieg tot het graf, het hele leven; niet in de wieg gesmoord (of: gestikt, of: gestorven), bejaard, oud; voor advocaat in de wieg gelegd, een geboren advocaat; hij was niet in de wieg gelegd om generaal te worden (of: voor generaal), daarvoor grootgebracht, geschikt;
2 de wieg van kunsten en wetenschappen;
nog: zegsw. stoot eens aan de wieg, drink uit.