Gepubliceerd op 11-11-2021

werpen

betekenis & definitie

wierp, h. geworpen (1 smijten, gooien, slingeren; 2 van dieren: jongen krijgen):

1 met stenen werpen; troepen in een vesting werpen, d.i. snel er in brengen; in de gevangenis werpen, gevangenzetten; tien ogen werpen, nl. met dobbelstenen; de schuld op iem. werpen; licht werpen op, fig. duidelijk(er) maken; zegsw. olie in ’t vuur werpen, iets nog erger maken; de steel naar de bijl werpen, alles opgeven; refl. z. in iems. armen werpen; z. op iem. werpen; z. op de chemie werpen, met hartstocht scheikunde gaan studeren; z. voor iems. voeten werpen;
2 de konijnen werpen jongen.

< >