m. tomen, toompje;
1. teugel; gebit en leidsels: een paard bij de toom houden, leidsel; fig. in toom houden, bedwingen; de toom van een vlieger, lus; een hoed met brede tomen;
2. broedsel; ± 10 kippen met een haan; een toom Leghorns.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
m. tomen, toompje;
1. teugel; gebit en leidsels: een paard bij de toom houden, leidsel; fig. in toom houden, bedwingen; de toom van een vlieger, lus; een hoed met brede tomen;
2. broedsel; ± 10 kippen met een haan; een toom Leghorns.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: