Gepubliceerd op 11-11-2021

stropen

betekenis & definitie

stroopte, h. gestroopt (1 strijkelings afhalen of afschuiven, langs een oppervlakte of een voorwerp strijkende of schuivende iets er afhalen, aftrekken of afschuiven: 2 strijkelings aanbrengen: 3 strijkelings van omkleedsels en derg. ontbloten: villen: 4 beroven, inz. Z.-N. af zetten, het vel over de oren trekken: 5 wild of vis stelen door te jagen op verboden jachtterrein, te vissen in verboden viswater, jagen of vissen zonder akte: 6 het land aflopende roven: 7 het land aflopend, de bewoners plunderen):

1. het vel van de paling stropen; zijn mouwen in de hoogte stropen, zó dat ze in plooien opgeschoven komen te zitten;
2. de mouwen om de armen naar omlaag stropen;
3. een konijn stropen;
4. ze stropen je daar,
5. wild stropen;
6. stropende benden:
7. langs ‘t open veld lieden stropen.

< >