Gepubliceerd op 11-11-2021

standje

betekenis & definitie

o. -s; zie stand;

1. oploop van nieuwsgierigen inz. bij een twist of ruzie; relletje: daar was een standje op de markt;
2. het geruchtmakend voorval, de ruzie enz. zelf: standjes tussen studenten en arbeiders;
3. ruzie, herrie tussen twee personen; verzwakt: kwestie, onaangenaamheden: met iem. standjes (of: een standje) hebben; 4. luide berisping of verwijt, uitbrander: iem. een standje (of: standjes) maken, geven, schoppen; een standje (of: standjes) krijgen van iem.; een standje (of: standjes) gekregen hebben;
5. luidruchtig, druk, ook: zenuwachtig prikkelbaar, driftig persoon: een standje vol verlichting; een druk, opgewonden standje;
6. bedrijf, nering: eten van zijn vrouws standje.

< >