o.; in bet. 1 -s Fr.
1. drijfveer, springveer; fig. geheime beweegreden: de ressorts van een springmatras;
2. vak, gebied, bestuur; van een rechtbank: aanleg; werkkring, ambtsgebied: dat behoort tot mijn ressort; in bet. 1 lees res-sor', in bet. 2 lees ressort'.