v. posities, positiën (Fr. [Lat. positioj: 1 stelling, plaats; ligging van zaken; 2 betrekking; rang in de maatschappij; 3 dansen: voetplaatsing; toestand; muz. bepaalde ligging der linkerhand bij het bespelen van een strijkinstrument);
1. in de positie staan; een onneembare positie; de positie was gunstig;
2. een goede positie in Indië; zijn maatschappelijke positie;
3. i. d. eerste positie.