Gepubliceerd op 11-11-2021

poef

betekenis & definitie

1. tw., klankn. van een dof geluid;

2. zn. m.: met een zwakke poef.
3. v. poefs (Fr. pouf: rond voetsteuntje; ronde opgevulde lage stoel zonder leuning; dik kussen op de vloer).
4. m. (Z.-N. krediet, pof): ik heb er geen poef op, verwacht er niet veel van.

< >