v. piramiden (Fr. pyramide, Lat.-Gr. pyramis = eig. soort v. koek: 1 vierzijdig, spits toelopend grafgebouw der Egyptische koningen; 2 bij verg. bouwwerken of voorwerpen in piramide-vorm; 3 lichaam, waarvan het grondvlak een vierkant [ook: een driehoek, zeshoek enz.] is, terwijl de zijvlakken als driehoeken oprijzen en in één punt samenkomen):
1 de piramiden zijn de graven der Pharao’s;
2 de piramide van Austerlitz bij Utrecht; piramiden met banket; van gymnastenvertoningen: een piramide vormen;
3 een afgeknotte piramide; hexagonale piramide.