penseelde, h. gepenseeld (met een penseel een stof op iets strijken: 1 schilderen; 2 bevochtigen, insmeren):
1. je zit, bij mijn ziel, je weer suf te penselen; een voortreffelijk gepenseeld doek;
2. je moet je ontstoken keel goed en diep penselen; ook: iem. penselen.