Gepubliceerd op 11-11-2021

peil

betekenis & definitie

o. peilen, peiltje (merkteken om een bepaalde maat aan te geven, oorspr. bestaande uit een pegel of pin; aangenomen hoogtemerk, maatstaf voor hoogtestanden, inz. van waterstanden; hoogtepunt, graad van sterkte): Amsterdams peil, z. ald.; iedere polder heeft een bepaald peil voor zijn waterstand; Rottepeil; fig. uw examen is beneden peil, zeer onvoldoende; dat gaat alle peil te boven, overschrijdt alle grenzen; het zedelijk peil van een volk; geen peil kunnen trekken op iets of iem., geen staat kunnen maken; dat staat op laag peil, is zeer min; op peil houden, op de hoogte.

< >