stelde op, h. opgesteld (1 ontwerpen; 2 vervaardigen, schrijven; 3 plaatsen, oprichten; 4 mil. plaatsen, in rang, in slagorde stellen):
1. stel maar eens iets op, dan zullen we het bespreken;
2. een brief, verhandeling opstellen;
3. een nieuwe stoommachine opstellen;
4. kanonnen opstellen; de legers opstellen.