I. v. -en; oud koperen muntstukje, 1/24 v.e. groot, ± 1/10 van een cent; vero.
II. v. -en; met zorg opgestapelde hoop, stapel: een hooimijt, een houtmijt.
III. v. -en; spinachtig diertje met tot zuigen geschikte monddelen, dikwijls parasieten; Lat. acarina; zie kaasmijt.