Gepubliceerd op 11-11-2021

lichter

betekenis & definitie

I. m. lichters, lichtertje (1 een voorwerp, waarop, waarin, waaraan een licht brandt, luchter, kandelaar; scheepslantaarn; 2 vaartuig om het vaarwater te verkennen bij een vloot):

1. reik mij de lichter aan; twee grote lichters, een deklantaarn;
2. de lichter was nog niet terug.

II. m. lichters, lichtertje (1 vaartuig van geringe diepgang, bestemd om daarin een[deel der] lading van een groter schip over te laden; 2 vaartuig om een schip over een ondiepte te tillen; naam van andere werktuigen; 3 Z.-N. gew. doodkist):

1. de lading lossen met lichters;
2. hydraulisch werkende lichters; de lichter van een deurklink, hefboom;
3. een lichter maken.

< >