Gepubliceerd op 11-11-2021

isolator

betekenis & definitie

m. isolators, isolato'ren (Lat. voorwerp, dat isoleert; lichaam, dat de electriciteit niet of slecht geleidt, b.v. klok, kop van glas of porselein, waarop de geleidraad rust): de isolatoren aan telegraafpalen enz. beletten de wegvloeiing van electriciteit; bal-isolator, ei-isolator. (s = z).

< >