(Fr.), invalidus (Lat.), 1 bn. (het invalide zijn; krachteloos, zwak; onvermogend; ongeschikt): die soldaat is invalide; door een ongeluk invalide worden, onbekwaam tot arbeid; 2 m. -n (verminkt of gebrekkig soldaat [voor de dienst onbruikbaar]; gebrekkig persoon; invaliditeitswet: ieder, die door ziekte of gebreken buiten staat is om ⅓ van zijn gewone loon te verdienen in zijn eigen vak).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk