Gepubliceerd op 11-11-2021

hinken

betekenis & definitie

hinkte, heeft gehinkt;

1. kreupel of mank gaan: hij hinkt over één kant, over beide zijden; fig. elke vergelijking hinkt, hapert; Bijbel 1Kon. 18 : 21; zie gedachte (9), paard;
2. op één been voortspringen: die jongens vermaken zich met te hinken.

< >