v. ook m. glippen (1 snede, spleet, scheur; 2 aardr. sloot, geul):
1. een glip maken in het oor v. e. schaap, een ganzepen, een lap;
2. de Glip is een buurt onder de gemeente Heemstede.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
v. ook m. glippen (1 snede, spleet, scheur; 2 aardr. sloot, geul):
1. een glip maken in het oor v. e. schaap, een ganzepen, een lap;
2. de Glip is een buurt onder de gemeente Heemstede.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: